H

Régis de la Haye HHSG-2 1992 Een heer? Geen heer! Wijlre op het breukvlak van de Franse Revolutie. 104-115
In 1790 werd de heerlijkheid en het kasteel van Wijlre verkocht. Met de komst van de Fransen in onze streken in 1794/1795 verloor Wijlre zijn eeuwenoude status van vrije rijksheerlijkheid. In 1803 koopt Guillaume Eugène de Massen (1753-1820) het kasteel van Wijlre. Wanneer de Fransen in 1814 vertrekken hoopt De Massen op een herstel van de tijden van weleer. In een boeiend artikel beschrijft de auteur de omwentelingen en de hoop en teleurstelling van De Massen op een terugkeer naar de oude tijd, die echter definitief voltooid verleden tijd blijkt te zijn.
Régis de la Haye HHSG-4 1994 De inhuldiging van de heer van Wijlre. 50-54
In de recentelijk geïnventariseerde archieven van de heerlijkheid en de schepenbank Wijlre zijn interessante gegevens ontdekt over de inhuldiging van de heer, en diens inbezitname van de heerlijkheid. Daarbij werden enige eeuwenoude riten uitgevoerd, vol opmerkelijke symboliek.
Régis de la Haye HHSG-5 1995 Heksen kwakzalvers en een dorpspotentaat in Wijlre. 68-76
Onlangs werd het archief van de heerlijkheid en schepenbank Wijlre geordend en beschreven. Wijlre mocht zich weliswaar een rijksonmiddellijke heerlijkheid van het Heilige Roomse Rijk noemen, maar het was verder een gewoon dorp waar recht gesproken werd door de plaatselijke schepenbank. En toch is er met die rechtspraak in Wijlre iets aan de hand. Wat is er dan zo bijzonder aan die processen tegen een heks en tegen een kwakzalver? En wie was die dorpspotentaat?
Régis de la Haye HHSG-22 2012 De stichtingsakte van de parochie Wijlre. 204-207
Régis de la Haye HHSG-22 2012 Het jaargetijdenbord in de kerk van Wijlre. 208-219
In 1770 liet pastor Joannes Rocks een drieluik maken waarop de eeuwige jaargetijden zijn vermeld die voor de zielerust vande overledenen gelezen moeten worden. Deze jaargetijden zijn met name gesticht door personen uit de plaatselijke bovenlaag. Zij worden zo veel mogelijk geïdentificeerd en nader toegelicht.
G.P.F. Hermans HHSG-8 1998 Vijfentwintig jaar Historische Kring Land van Valkenburg en Heuvelland. 281-286
Zie L.J.J. Willems
Cécile E. van der Heijden HHSG-22 2012 ‘Irmgard Smits, Tienerfenomeen uit Valkenburg in de jaren zestig’. 162-203
Irmgard Smits (1954) wordt in de letterkunde de enige jeugdige schrijfster van belang in de Nederlandse literatuur van de 20e eeuw genoemd. Ze heeft in de periode 1966-1974 tien boekjes geschreven, waarvan acht met een duidelijk autobiografische inslag. Ze was een fenomeen, zeker in Zuid-Limburg. De bijdrage begint met een beknopte biografie van Irmgard Krooneman-Smits. De publicaties van Irmgard Smits, geboren te Heerlen, maar opgegroeid aan de Pastoor Sartonstraat te Valkenburg, worden geplaatst in de tijdsgeest van de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw.
Rob P.W.J.M. van der Heijden, A.S.M. Patelski, F.H.M. Roebroeks HHSG-3 1993 Valkenburg in 1919 in de ban van België? 176-202
Toen de Belgen na de Eerste Wereldoorlog veilige grenzen wensten, dreigde annexatie van ondermeer Nederlands Limburg. De provincie was in rep en roer en er ontstond een tegenbeweging. De Belgisch-gezinden waren in de verdrukking. In Valkenburg ontstond een rel over de grote pro-Nederlandse betoging. De relatief grote Belgisch gezinde kern ontraadde de bevolking aan die betoging deel te nemen. De auteurs proberen de scheidslijnen binnen de Valkenburgse gemeenschap in beeld te brengen.
Rob P.W.J.M. van der Heijden HHSG-5 1995 De revolutie in Vaals (1848). 78-97
De revolutie van 1848 is veel minder bekend dan de Franse Revolutie en de Russische Revolutie. Voor de tijdgenoot was ze evenwel net zo dreigend en bijna heel Europa was in de ban ervan, ook onze provincie. De Limburgse bevolking was in 1839 tegen haar zin teruggekeerd onder het gezag van de Nederlandse koning. De gehate Nederlandse soldaten en belastingambtenaren keerden terug. Als reactie op de souvereiniteitswisseling ontstond al spoedig een afscheidingsgezinde groep, met vertakkingen in de gehele provincie. Na de mislukking van 1844 bood de revolutie van 1848 een nieuwe mogelijkheid om de banden met Nederland te slechten. De separatisten grepen deze kans, uiteindelijk evenwel zonder succes. Het artikel besteedt met name aandacht aan de bijzondere positie van Vaals in de Limburgse ‘revolutie’ van 1848 als voorstad van het revolutionaire Aken.
Rob P.W.J.M. van der Heijden HHSG-21 2011 Arcadisch Limburg. Marie Koenen over leven en gebruiken in het pre-industriele Geuldal. 118-153
Marie Koenen, ook wel de ‘moeder der Limburgsche letteren’ genoemd, beschreef in haar typische romans de situatie op het Zuid-Limburgse platteland. Haar literatuur werd door de wijzigende tijdgeest naar de literatuurgeschiedenis verbannen. Zij is evenwel niet alleen voor literatuurhistorici van belang. Haar beschrijving van het leven in onze regio is ook voer voor historisch geïnteresseerden. Aan de hand van Marie Koenen wordt u in deze bijdrage meegenomen naar het leven op het Zuid-Limburgse platteland in de periode 1875-1914.
Rob P.W.J.M. van der Heijden en G.M. De Heus HHSG-6 1996 Eten en drinken in het Geuldal, 1900-1940. 258-280
Het onderzoek naar de eetcultuur in het Geuldal heeft veel respons gekregen en interessante gegevens opgeleverd. In dit jaarboek worden de gebruiken van alle dag beschreven. Er worst beschreven wat er gewoonlijk gegeten werd. De invloed van de sociaal-economische positie op het eetpatroon en van de nabijheid van de steden Maastricht en Aken worden onder de loep genomen. De auteurs bekijken ook het mogelijke verschil in eetcultuur tussen de boerenbevolking en de overige beroepsgroepen. In een volgend jaarboek komen de feestdagen aan bod.
Rob P.W.J.M. van der Heijden HHSG-24 2014 Werkelijkheid en beleving. Aspecten van de geschiedenis van het begin van de Eerste Wereldoorlog rondom het Zuid-Limburgse Geuldal. 79-168
Europa en de wereld veranderde door de Eerste Wereldoorlog voorgoed. De verschrikkingen van de totale oorlog waren ongekend. Nederland bleef buiten het conflict. Het oorlogsgeweld trok aan onze grenzen voorbij, maar zeker in Zuid-Limburg hoorden we de kanonnen en werden we geconfronteerd met de ellende over de grens. Hoe hebben onze voorouders dit ervaren? Wat betekende dit voor het leven van alle dag in onze regio? Waren de emoties en gevoelens rondom Maastricht hetzelfde als in Gulpen of Vaals? De auteur probeert op basis van krantenartikelen dergelijke zaken te reconstrueren. Hij hoopt hiermee een extra dimensie toe te voegen aan onze kennis van de Eerste Wereldoorlog. Deze bijdrage geeft een nieuwe kijk op de impact van de ‘Grande Guerre’ op de Zuid-Limburgse samenleving.
Rob P.W.J.M. van der Heijden HHSG-6 1996 Château Sint-Gerlach. Van Kluizenaarsverblijf tot hotel-restaurant. 7-67
Zie L.J.J. Willems
Rob P.W.J.M. van der Heijden en G.M. de Heus HHSG-6 1996 Eten en drinken in het Geuldal, 1900-1940.
Het onderzoek naar de eetcultuur in het Geuldal heeft veel respons gekregen en interessante gegevens opgeleverd. In dit jaarboek worden de gebruiken van alle dag beschreven. Er worst beschreven wat er gewoonlijk gegeten werd. De invloed van de sociaal-economische positie op het eetpatroon en van de nabijheid van de steden Maastricht en Aken worden onder de loep genomen. De auteurs bekijken ook het mogelijke verschil in eetcultuur tussen de boerenbevolking en de overige beroepsgroepen. In een volgend jaarboek komen de feestdagen aan bod.
Rob P.W.J.M. van der Heijden en G.M. de Heus HHSG-7 1997 n Boteram mit doevesjtront. Eten en drinken in het Geuldal, 1900-1940. De alledaagse werkelijkheid. 159-199
In deze tweede bijdrage over het onderzoek naar de eetcultuur in het Geuldal wordt het eten van alledag nader belicht. Er wordt niet alleen beschreven wat op tafel kwam, maar ook wanneer en hoe vaak men at. Bovendien werpen de onderzoekers een blik in de toenmalige keuken en bijkeuken. Waar mogelijk zullen de auteurs opnieuw de invloed van Maastricht en Aken op het eetpatroon in het Geuldal onder de loep nemen. Verder worden in deze bijdrage opnieuw de verschillen in eetcultuur tussen de boerenbevolking en de overige beroepsgroepen bestudeerd. Ook de invloed van de sociaal-economische positie op het eetpatroon komt opnieuw aan bod.
Rob P.W.J.M. van der Heijden en G.M. de Heus HHSG-9 1999 Eetcultuur en gebruiken tijdens de algemene feestdagen. 65-154
Vreugde en verdriet zijn in het algemeen aanleiding voor speciale gebruiken en gerechten. In deze bijdrage brengen de auteurs de eetcultuur van het Geuldal in het begin van deze eeuw bij bijzondere gelegenheden in kaart. Zowel de feestdagen als de bijzondere momenten in de levensloop van mensen waren tijdens de dagen van het rijke Roomsche leven bijna geheel gerelateerd aan kerkelijke gebeurtenissen. De deconfessionalisering en het toenemende belang van nieuwe feestdagen zijn grotendeels evenwel een welvaartsproduct van de laatste decennia van deze eeuw. Door de beperking in de tijd beschrijven de auteurs alleen de gebruiken uit de periode van het zogenaamde rijke Roomse leven van weleer. Alleen moederdag, een fenomeen dat hier aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog opkwam, valt binnen het beschreven tijdsbestek.
Rob P.W.J.M. van der Heijden HHSG-10 2000 Het trauma van de twintigste eeuw. 209-270
Onder de titel Het trauma van de twintigste eeuw beschrijft Rob van der Heijden hoe de Geuldalbewoners in de twintigste eeuw werden geconfronteerd met het fenomeen oorlog. Binnen de beleving van de geschiedenis van de 20e eeuw neemt de Tweede Wereldoorlog een centrale plaats in. Terwijl de Eerste Wereldoorlog langs onze grens voorbij trok, heeft de Tweede Wereldoorlog en de daarop volgende Koude Oorlog een enorme invloed gehad op de ontwikkeling van onze samenleving. In deze bijdrage wordt het verloop en de gevolgen van de beide wereldoorlogen en de Koude Oorlog voor de bevolking van het Geuldal op basis van bestaande geschiedschrijving geschetst. Lokale gebeurtenissen worden ingebed in een breder historisch perspectief.
Rob P.W.J.M. van der Heijden, J.F. Rudolf Philips en Jan G.M. Notten HHSG-12 2002 Neêrlands lustwarand, Groei en ontwikkeling van het toerisme in het Zuid-Limburgse heuvelland, II. 1940-2001. 153-209
In het jaarboek 2001 is de ontstaansgeschiedenis en de uitgroei van het toerisme in deze regio beschreven. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de stroom vakantiegangers allengs massaler, eerst binnen de landsgrenzen en sinds de jaren zestig in toenemende mate ook naar het buitenland. Dit heeft een duidelijke stempel gedrukt op de ontwikkeling in onze regio. De auteurs beschrijven in deze bijdrage hoe de sector zelf en de bestuurders daarop hebben gereageerd. Bovendien schetsen ze het beeld van de democratisering van het toerisme in het Geuldal, dat in toenemende mate minder elitair werd. De lezer ziet hoe het beschaafde toerisme uit de beginperiode verandert in een wereld van onder meer overmatig drankgebruik, hanen schransen en modderworstelen en vervolgens de reactie daarop om het ‘Sodom en Gomorra aan de Geul’ te redden. De eerste VVV’s in het Geuldal worden gekenmerkt door hun kleinschaligheid. Na de Tweede Wereldoorlog is aanvankelijk van schaalvergroting niets te merken. De democratisering van het toerisme en de daaruit voortvloeiende toestroom van steeds meer bezoekers verandert daar in eerste instantie nog niets aan, maar ligt wel ten grondslag aan de organisatorische schaalvergroting na de oliecrisis. De auteurs schetsen in deze korte bijdrage onder meer de enorme fusiegolf in VVV-land, die uiteindelijk heeft geleid tot één grote organisatie.
Rob P. W.M. van der Heijden, Jan G.M. Notten en J.F. Rudolf Philips HHSG-11 2001 Neêrlands lustwarand. Groei en ontwikkeling van het toerisme in het Zuidlimburgse Heuvelland. 49-108
De geschiedenis van het toerisme in deze regio is een succesverhaal. Terwijl in de aanpalende regio’s de mijnindustrie in de twintigste eeuw de industriële motor werd, ontwikkeldehet toerisme zich in het Geuldal tot de belangrijkste economische factor buiten de1andbouw.
Rob P.W.J.M. van der Heijden HHSG-22 2012 In memoriam Gèr de Heus 6-11
Rob P.W.J.M. van der Heijden, i.s.m. G.M. de Heus † HHSG-23 2013 Van bruiloft tot koffietafel. Eten en drinken in het Geuldal 1900-1940, IV. 246-291
In de jaarboeken 1996, 1997 en 1999 zijn reeds drie artikelen over de eetcultuur van het Geuldal in de periode 1900-1940 gepubliceerd. Deze zijn gebaseerd op de uitkomsten van de brede enquête ‘Heemkundig onderzoek Geuldal. Eten en drinken in het begin van de 20e eeuw’, die in het midden van de jaren negentig is georganiseerd. Na een lange tussenpose verschijnt de volgende analyse uit dit onderzoek. Deze bijdrage beschrijft aan de hand van een analyse van de enquête de gebruiken en consumptie bij sleutelmomenten in het leven van onze (voor)ouders in het Geuldal. Aan de orde komen de verjaardag en het naamfeest, geboorte en doop, Eerste Heilige Communie, vernieuwing van de doopbeloften en vormsel, geboorte en doop, verloving, huwelijk en het levenseinde.
Rob P.W.J.M. van der Heijden HHSG-25 2015 1991-2015: Een wereld van verschil. 7-27
In 1991 rolt het eerste jaarboek van de pers. Sindsdien is het leven in ons Geuldal enorm veranderd door met name technische veranderingen als digitalisering of computerisering. De digitale revolutie heeft ook maatschappelijk enorme implicaties. Zo fietsen in 1991 middelbare scholieren gezellig kletsend naar school. Nu zie je ze vaak met gsm in de hand of head-set op muziek luisterend of telefonerend op weg. Deze bijdrage brengt in beeld hoe het leven in de laatste vijfentwintig jaar tijd ingrijpend is veranderd.
Rob P.W.J.M. van der Heijden HHSG-26 2016 Amfitheater in Neêrlands lustwarand. Een terugblik op 100 jaar Openluchttheater Valkenburg. 170-195
100 Jaar Openluchttheater Valkenburg, een van de klassiekers in het op toerisme gerichte Geuldal. brengt de hoogte- en dieptepunten in beeld en verklaart deze in relatie tot de ontwikkeling van het toerisme in deze regio en de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen.
Rob P.W.J.M. van der Heijden en Cécile E. van der Heijden HHSG-27 2017 Veilig Limburg. De vlucht van de Duitse keizerlijke familie in 1918. 126-179
Rob P.W.J.M. en Cécile E. van der Heijden nemen u mee naar het jaar 1918. In dit artikel presenteren zij gedetailleerd de komst van de Duitse keizer en zijn zoon de kroonprins en hun asiel in Nederland. In deze bijdrage komt hun verblijf in Limburg tot in detail aan bod, zelfs de nieuwe Limburgse kleren voor de kroonprins.
Rob P.W.J.M. van der Heijden, Jos Lodewick, Didy van Klaarbergen, Marijke van den Tweel HHSG-28 2018 Wim Boersma. Heer van standnmet passie voor taal en historie. 1 januari 1938 – 30 augustus 2018 5-7
In memoriam voor Wim Boersma.
Rob P.W.J.M. van der Heijden HHSG-28 2018 Ruud Philips. Aimabel en kundig historicus. 4 mei 1925 – 1 mei 2018. 9
In memoriam voor Ruud Philips.
Rob P.W.J.M. van der Heijden en Mariëtte Paris-Vankan HHSG-30 2021 Van Groen naar grauw. De metamorfose van het landschap van Groot-Limmel. 34-89
De metamorfose van het landschap van Groot-Limmel, voormalig Meerssens grondgebied. Groot-Limmel, het zuidelijk deel van de gemeente Meerssen, ligt voor een belangrijk deel in een oude Maasarm, met alle hoogwater gerelateerde gevolgen. De inwoners hebben vóór de realisering van het Julianakanaal vaak meerdere keren per jaar hoogwater. Groot-Limmel is in de twintigste eeuw geannexeerd door de gemeente Maastricht. Dat is een belangrijk moment voor de gebiedsontwikkeling daar. Evenwel van groter belang is het jaar 1867. In dat jaar verliest Maastricht zijn status als vestingstad. In rap tempo worden vervolgens grote delen van de vestingwerken gesloopt en wordt de stad opengelegd.
Rob P.W.J.M. van der Heijden en Mariëtte Paris-Vankan HHSG-30 2021 Hoogwater. Het spel der Maas. Overstromingen in Groot-Limmel. 156-194
De Deli Courant typeert het komen en gaan van de overstromingen in het Maasdal het “Het Spel der Maas”. Voor de inwoners van de Maasdorpen heeft dit eeuwenlang consequenties gehad. Zij hebben voortdurend rekening gehouden met de nukken van de rivier en hebben daarmee leren leven. Vaak hebben zij hun huizen hoger dan het straatniveau gebouwd. Door de ophoging van het wegdek nadien is dat evenwel niet meer zichtbaar. Toch dringt Mooder Maas met name in Heugem en Groot-Limmel vóór 1940 herhaaldelijk door in de huizen van de dorpsbewoners.
Rob P.W.J.M. van der Heijden
HHSG-31 2022/2023 De Wederopbouw tegen het licht gehouden. 6-20
In deze inleiding wordt kritisch gekeken naar de geschiedschrijving over deze periode. Veel historici stellen het herstellen van de schade van de Tweede Wereldoorlog centraal. In zijn beknopte bijdrage toont de auteur aan dat deze visie te beperkt is. Bovendien maakt hij een onderscheid tussen de maatschappelijk/culturele wederopbouw en het bouwen. In deze bijdrage worden expliciet grenzen verlegd.
G.M. de Heus HHSG-6 1996 Eten en drinken in het Geuldal, 1900-1940. 258-280
Zie Rob P.W.J.M. van der Heijden
G.M. de Heus HHSG-7 1997 n Boteram mit doevesjtront. Eten en drinken in het Geuldal, 1900-1940. De alledaagse werkelijkheid. 159-199
Zie Rob P.W.J.M. van der Heijden
G.M. de Heus HHSG-9 1999 Eetcultuur en gebruiken tijdens de algemene feestdagen. 65-154
Zie Rob P.W.J.M. van der Heijden
Cleo Heyen HHSG-8 1998 De kwestie Moresnet vanaf het Congres van Wenen (1815) tot aan het Grensverdrag van Aken (1816). 205-220
Tijdens het Congres van Wenen in 1815 ontstonden problemen over het grensverloop in het gebied rond het dorpje Moresnet. Een Nederlands-Pruissische commissie van deskundigen moest een aantal grenskwesties oplossen. Over Moresnet werd men het evenwel niet eens door de aanwezigheid van een belangrijke zinkmijn. Uiteindelijk werd besloten het gebied neutraal te verklaren. Dit werd vastgelegd in het Grensverdrag van Aken.
Lou Heynens HHSG-23 2013 Geconfisceerd als ‘vijandelijk vermogen’. Zuid-Limburgse kasteelheren in het nauw!
In 1945 werden door de Nederlandse staat 13 kastelen (landgoederen) in Zuid-Limburg, die geheel of gedeeltelijk Duitse eigenaren hadden, geconfisqueerd als ‘vijandelijk vermogen’. Het in kaart brengen van dit vijandelijk vermogen was niet het enige doel van de auteur. Zijn recente naspeuringen in het Nationaal Archief in Den Haag waren voor hem tevens een gelegenheid om stereotype beeldvorming en veronderstellingen te corrigeren of anderszins toe te lichten. Heynens richt zijn speerpunt ook op de elitaire en adellijke lenigheid van de betrokkenen om zichzelf in een goed daglicht te plaatsen en vestigt daarbij de aandacht op goed weggeborgen nazisympathieën of zelfs het lidmaatschap van de NSDAP, hetgeen deze bijdrage uiterst gedifferentieerd en veelstemmig maakt. Deze studie ademt de betrokkenheid van een kritisch auteur die zijn weg kent in de doolhoven van de adelsgeschiedenis.
Lou Heynens HHSG-24 2014 Ridder Dietrich von Palant, een Valkenburgse bestuurder van Bourgondisch formaat. 181-204
In een breed opgezet portret tekent Lou Heynens het significante leven van Dietrich von Palant, één van de machtigste mannen uit het Bourgondisch Rijk. De overgrootvader van de beroemde Floris I van Pallandt was hoogdrossaard van het graafschap Valkenburg. Daarmee was hij de hoogste autoriteit in het graafschap. Hij was tevens heer van Wittem. Als raads- en kamerheer van de drie laatste hertogen van Bourgondië behoorde hij tot de top van de Bourgondische elite. Door zijn loyaliteit heeft hij bijgedragen aan het ontstaan van de moderne staat.
Lou Heynens HHSG-25 2015 600 Jaar kasteel Schaloen te Oud-Valkenburg. 52-96
In de geschiedenis van het Land van Valkenburg is het geslacht van Hulsberg genaamd Schaloen tot in de zestiende eeuw prominent aanwezig. We komen de van Hulsbergs ook onder andere naamvarianten tegen. Adellijke geslachtsnamen blijven tot in de 14e eeuw variabel. De stamzetel van het geslacht is, zoals de naam reeds aangeeft, kasteel Schaloen gelegen in de voormalige hoge heerlijkheid Oud-Valkenburg. Van Hulsberg genaamd Schaloen wordt opgevolgde door achtereenvolgens de geslachten Hoen van Cartils en de Villers Masbourg. De hier afgebakende bijdrage belicht talrijke en belangwekkende aspecten zowel over de drie geslachten alsook over de adellijke leefcultuur.
Lou Heynens HHSG-26 2016 Historische erfgoedtoppers in Valkenburg aan de Geul: edelmanshuizen en hun illustere bewoners. 72-117
Edelmanshuizen en hun illustere bewoners in Valkenburg aan de Geul.
Lou Heynens HHSG-27 2017 De gefnuikte erfgenaam van kasteel Mheer. Het “Limburgs geslacht De Loë-Imstenraedt: het voorgeslacht van de presumptieve “heer” van kasteel Mheer (1945). 58-88
Lou Heynens richt in dit artikel opnieuw de focus op een saillante adellijke geschiedenis. Voor het eerst wordt met deze studie het unieke voorgeslacht van baron Edmond de Loë, de erfgenaam van kasteel Mheer, in detail nagegaan. Lou Heynens legt onbekende bloedlijnen bloot, die bestaan uit hoge adel, joodse voorouders, rijke industriëlen, Franse- en Belgische revolutionairen, pauselijke adel, nazi’s en een bijna-heilige.
Lou Heynens HHSG-28 2018 Een Zuid-Limburgse “Bourgondiër” van het eerste uur… Frederik van Wittem, ca. 1423 – 1504. 10 – 37
Frederik van Wittem, ꝉ 1503, was hoogdrossaard van burcht, stad en land (graafschap) van Valkenburg. Hij brengt een belangrijk deel van zijn leven door aan het glansrijke hof van de hertog van Bourgondië. Welke gevolgen hebben zijn levensstijl? Welke maatregelen neemt hij voordat hij in 1450 als pelgrim naar het Heilige Land vertrekt?
Lou Heynens neemt u aan de hand van de reisimpressies van Frederik mee op de avontuurlijke pelgrimstocht, die hem een unieke plaats in de regionale geschiedenis van de vijftiende eeuw verschaft.
Lou Heynens HHSG-30 2021 Inzoomen op parken en tuinen met een cultuurhistorische betekenis. 136-155
De bijdrage van Lou Heynens handelt over het groen rondom enkele landschappelijke toppers. Het artikel is getiteld Inzoomen op parken en tuinen met een cultuurhistorische betekenis. Hij beschrijft de onnatuurlijke schoonheid van de Meertensgroeve in Vilt, het Fancreverhöfke te IJzeren, park en tuinen van kasteel Wijlre, het nooit uitgezonden lied over het park van kasteel Neubourg en het trefpunt van groen en stilte rondom kasteel Goedenraad te Eys. In zijn bijdrage vindt u wetenswaardigheden over deze ensembles en hun ontwerpers..
Lou Heynens HHSG-31 2022/2023 Kastelen en wederopbouw: onschuld bewaren kan niet meer. 104-126
Heynens schrijft over de adellijke historische erfgoedhuizen die na breedste zin des woords. Om de problemen, de haken en ogen rond de wederopbouw van erfgoed met feiten te onderbouwen, heeft hij een keuze gemaakt om dit proces te beschrijven aan de hand van de geschiedenis van de complexen Schaesberg en Neubourg, die illustratief zijn voor de wederopbouw van dit erfgoed.
Frank Hovens HHSG-6 1996 “De Papierfabrijk gezegd zonder einde van de heeren Tielens en Schrammen. 225-257
Na enkele jaren actief te zijn gewest in de Onderste Molen in Mechelen, besloot de firma ‘Tielens en Schrammen’ in 1840 een nieuwe papierfabriek te stichten in het gehucht Weert nabij Meerssen. Tegen de achtergrond van de politieke, economische en technologische ontwikkelingen van de jaren 1830-1850 wordt verhaald hoe het de entrepreneurs, die zich van huis uit meer met bank- en handelszaken bezig hielden, in hun eerste jaren als fabrikant verging.
Frank Hovens HHSG-8 1998 De komst van de lakenfabrikant Johann Arnold Clermont naar Vaals. 220-258
Op 28 januari 1761 kocht de Akense lakenfabrikant Johann Arnold Clermont een woning in Vaals. Hij wilde daar een fabriek oprichten en als ‘ingesetene van alle vrijheden en privilegiën jouisseren’. Doorgaans wordt Clermonts komst verklaard door te wijzen op de beperkingen van het gilde-regime en het gebrek aan godsdienstvrijheid in Aken. In dit artikel worst niet alleen aandacht aan de omstandigheden in Aken, maar ook aan die in Vaals geschonken. Met name de relaties tussen Clermont en de bewoners en het gezag in Vaals worden nader toegelicht.
Frank Hovens HHSG-16 2006 De vakwerkboerderij van Johannis Haghelstein in Klein-Kuttingen, een interessant ‘grensgeval’. 7-56
Op enkele meters van de landsgrens ligt in het gehucht Klein-Kuttingen een inmiddels tot vakantiewoning verbouwde vakwerkboerderij. Een inscriptie in de bovendorpel van de ingangsdeur leert dat de boerderij waarschijnlijk in 1767 door een zekere Johannis Haghelstein gebouwd is. De tegenwoordige landsgrens kan worden beschouwd als een voortzetting van de grens tussen het hertogdom Limburg en de heerlijkheid Wittem. Deze grens heeft eeuwen bestaan, maar dat wil niet zeggen dat altijd duidelijk is geweest hoe ze precies gelopen heeft. In deze bijdrage worden twee zaken belicht: naast de geschiedenis van de boerderij komt de geschiedenis van de plek aan bod. Daarbij zal blijken dat de locatie niet alleen wat de territoriale status betreft een ‘grensgeval’ is, maar dat dit ook geldt voor haar geologie, geomorfologie en bodemgebruik.
Frank Hovens HHSG-19 2009 De geschiedenis van het ‘Hoog Huis’ in Cottessen. 170-231
Zie B. Dukers